Dierenartsengroep Rivierenland

Uiergezondheid

Mastitis is één van de grootste redenen voor afvoer van melkkoeien. Hierbij gaat het zowel om klinische mastitis als om subklinische mastitis (hoog celgetal).

Bij klinische mastitis onderscheiden we drie categorieën:

Graad 1: Afwijkende melk (waterig, vlokjes)

Graad 2: Afwijkende melk (waterig, vlokjes) en afwijkend uier (warm, zwelling, pijnlijk, roodheid)

Graad 3: Afwijkende melk (waterig, vlokjes), afwijkend uier (warm, zwelling, pijnlijk, roodheid) en afwijkende koe (ziek, koorts, minder melk, minder voeropname)

Op uw bedrijfsbehandelplan kunt u zien welke middelen er gebruikt dienen te worden bij de verschillende gradaties van mastitis. Voor vragen kunt u altijd contact opnemen met uw dierenarts.

Subklinische mastitis is niet zichtbaar, niet aan de melk en niet aan de koe. Wel is het zo dat een koe met verhoogd celgetal minder melk geeft dan zij zou kunnen. Het is een ontstekingsproces en dit kost energie. De cellen die in de melk worden gemeten zijn o.a. witte bloedcellen. Normaal gesproken is het celgetal laag tijdens de lactatie, en dit kan licht oplopen aan het einde van de lactatie.

De kosten voor subklinische mastitis worden vaak onderschat, doordat niet alle kosten zichtbaar zijn. Afhankelijk van de hoogte geven de hoogcelgetal koeien dagelijks tussen de 0,35 en 4,70 liter melk minder. Alleen al door deze gemiste melkopbrengst loopt een gemiddeld bedrijf al tot enkele duizenden euro’s opbrengst mis. Reken je alle kosten en factoren mee dan bedragen de kosten voor een gemiddeld bedrijf met hoogcelgetal €80,- per aanwezige koe per jaar.
Bij vaarzen spreken we van een verhoogd celgetal wanneer >150.000 cellen en bij oudere koeien bij >250.000 cellen.  Subklinische mastitis kan overgaan in klinische mastitis en andersom. Het is dus ook bij subklinische mastitis van belang om te weten welke bacterie de veroorzaker is zodat er gericht behandeld kan worden, ook al is de koe op dat moment niet ziek.

Voor meer informatie over melkonderzoek kunt u terecht onder het kopje ‘’Bacteriologisch onderzoek en antibiogram’’.

Begeleiding naar betere uiergezondheid
Om samen met u de uiergezondheid op uw bedrijf te verbeteren lopen er, naast de reguliere bedrijfsbegeleiding, regelmatig projecten waaraan u kunt deelnemen. Een voorbeeld hiervan is het Max10 Project in samenwerking met Zoetis. Dit project heeft als hoofddoel om het percentage nieuwe infecties na de droogstand te verlagen naar maximaal 10%. Uierontstekingen en verhoging van het celgetal in het begin van de lactatie vinden vaak hun oorsprong in de droogstand. In dit project wordt u een jaar lang begeleid door middel van tussentijdse meet-/begeleidingsmomenten en een gezamenlijke workshop over droogzetten.

Uiergezondheidsconsult
Indien u problemen heeft met de uiergezondheid van uw koeien, kunnen wij een speciaal bezoek afleggen om dit in kaart te brengen en samen een plan van aanpak op te stellen. Indien zinvol behoort vaccinatie tegen Staphylococcus aureus, Escherichia coli of Streptococcus uberis tot de mogelijkheden.